Bij de Begroting 2019 is een stelpost van € 80.912 opgenomen voor kapitaallasten onderwijshuisvesting vanuit nog niet geraamde investeringsbedragen over 2018. De betreffende kapitaallasten doen zich in verband met vertraagde investeringen nog niet voor in 2019 en daarom kan de opgenomen stelpost vrijvallen.

Op het dossier onderwijshuisvesting is meer inzet (via inhuur) benodigd, dan voorzien. De volgende drie factoren hebben hiertoe geleidt.

1. Uitloop van het Integraal Huisvestingsplan (IHP):
   Er is extra ambtelijke inzet nodig geweest op het dossier Integraal Huisvestingsplan omdat de gemeente op enkele inhoudelijk uit te werken onderwerpen een grotere (regisserende) rol hebben moeten nemen.
2. Haalbaarheidsonderzoeken:
   Er is extra ambtelijke inzet nodig geweest om een aantal haalbaarheidsonderzoeken in goede banen te leiden. Lopende de onderzoeken is duidelijk geworden dat binnenstedelijke huisvestingsvraagstukken meer ambtelijke ondersteuning behoeven dan huisvestingsvraagstukken in bijvoorbeeld Stadshagen. Dat heeft te maken met de betrokkenheid van inwoners en de fysieke ruimtelijke (on)mogelijkheden.
3. Motie Stadshagen in relatie tot een school voor voortgezet onderwijs van der Cappellen:
   Deze motie heeft ervoor gezorgd dat in een kort tijdsbestek veel zaken uitgezocht en uitgewerkt moesten worden. Dit heeft geleid tot een (noodzakelijke) brede ambtelijke inzet. Deze benodigde inzet was van te voren niet (te) voorzien.           

  De kosten van de gevraagde extra inzet bedragen € 50.000.  

De gemeente heeft een huisvestingsverplichting aangaande onderwijs. Vanuit deze verplichting zijn er capaciteitsvraagstukken ontstaan bij De Vlieger en Het Meandercollege. Tijdelijke onderwijshuisvesting voor deze locaties is noodzakelijk. De huurlasten voor de portocabins zijn reeds in de begroting opgenomen, maar de eenmalige plaatsingskosten à € 200.000 nog niet. De plaatsing van de noodlokalen heeft inmiddels plaats gevonden.

Bij de Jaarstukken 2018 is een tekort geconstateerd op budget onderwijshuisvestingsbeleid, als gevolg van hogere OZB. Gebleken is dat de waardeontwikkeling van onderwijsgebouwen hoger is dan de gemiddelde waardestijging. Hierdoor stijgt het OZB tarief méér dan het inflatiepercentage, waardoor er een tekort ontstaat. In welke mate dit knelpunt structureel is, hangt af van de tarieven en de WOZ-waarden voor 2020 en verder.

Het effect op 2020 en verder is opgenomen als onderdeel van de Perspectiefnota 2020 - 2023.